Feestzang na verlossing.

Joop Gilhuis

Psalm 118. Feestzang na verlossing.

Looft de Heer, want Hij is Geweldig en goed,
Zijn Welwillende Goedheid geeft u goede moed.
Laat Israël nu zeggen voor nu en altijd:
"Zijn Welwillende Goedheid duurt in eeuwigheid."

Ook Aäron zegt het voor nu en altijd weer:
"Zijn Welwillende Goedheid is d' Hemelse Heer."
Laat allen nu zeggen die de Heer vrezen:
"Zijn Welwillende Goedheid zal 'r altijd wezen."

Vanuit mijn angst heb ik tot de Heer geroepen,
Hij maakte vrij, Hij stelde ruimte voor mijn troepen.
De Heer is met mij, ik heb niets te vrezen,
Wat zou een mens mij doen, dan snel weg te wezen.

De Heer is met mij en helpers aan mijn zijde,
de haters weg, ik zal mij in Hem verblijdden.
Het is altijd maar weer beter bij Hem te Zijn,
dan op mensen vertrouwen, ook al zijn ze 'Fíjn.'

Alle volken omringden mij, om mij t' vellen,
'k heb z'in Zijn Naam, neergesabeld, niet te tellen.
Neergesabeld toen z' als bijen rondom kwamen,
door 'n doornenvuur uitgeblust, alleen nog tranen.

Neergesabeld heb 'k ze in de Naam des Heren,
ondanks butsen, haast gevallen door die peren.
Maar de Heer die hielp, nu kan ik zingen, toch,
Hij deed voor mij, de vijand bijten in het stof.

De Heer is mijn sterkte en mijn psalm, ik zing,
Hij is mij tot Heil geweest en ik weet één ding:
Zonder d' krachtige rechterhand Hand des Heren
had 'k met mijn leger nooit kunnen triomferen.

Jubellied en zegenzang in de tent alom,
de rechtvaardigen die zingen rondom de trom.
't Is steeds weer die Krachtige Rechterhand van God,
Hij tuchtigt mij daarmee en bracht ook 'n keer in 't lot.

Hij heeft mij niet aan de dood over gegeven,
'k hoefde niet te sterven maar mocht blijven leven.
Wat ik verkeerd deed, heeft Hij mij laten weten,
ik zal Zijn onderwijzingen niet vergeten.

Ontsluit dan nu de poorten der gerechtigheid,
zodat 'k hem groot mag maken in Zijn Heiligheid.
Door deez' poorten gaan rechtvaardigen naar binnen,
om Uw Grote Naam t' loven en te beminnen.

Ik loof en dank U Heer voor Uw Gesprek tot mij,
dit's mij tot inzicht en heil geweest 't maakte vrij.
De steen die vele bouwlieden hebben versmaadt,
werd tot een hoeksteen die tot in Eeuwigheid stáát.

Van d' Heer is dit geschied en opgeschreven,
't Is wonderlijk in onz' ogen ingeweven.
Dit is de dag die onze Heer gemaakt heeft,
zing en juich samen met ons en met al wat leeft.

O Heer geef ons Heil en een voorspoedig leven,
Gezegend, Hij, die komt voor allen ten Zegen.
De Heer is God Hij doet het voor ons lichten,
bindt het feestoffer vast met touw, doe uw plichten.

Zet 't offer vast bij de hoornen van God's Altaar,
zo dicht bij de Heer God is er nooit gevaar.
Mijn God, ik verhoog en loof U, mijn leven lang,
ik dank U voor de vrijheid en ben nooit meer bang.

Looft de Heer, want Hij is goed,
looft Hem met een blij gemoed,
Want Zijn Gunst alom verspreidt,
zal bestaan in eeuwigheid !

Bewerkt door Joop Gilhuis.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Feestzang na verlossing.’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.