Ik ben een boom
Druilerig hangen mijn bladeren neer
in dit trieste herfstweer
om aan mijn winterslaap te kunnen beginnen
kreeg ik door hen de krachten binnen.
Nu nadat zij hun taak volbrachten
zijn zij het die op de herfstwind wachten
om dan verre van mij te gaan
en mij met kale takken te laten staan.
Nu nog sta ik in herfsttooi
zijn mijn goud gele bladeren Ăh zo mooi
wanneer `t herfstzonnetje hen beschijnt
is het dat `t trieste aan mij verdwijnt.
Om dan nog even te kunnen pronken
om met mijn bladertooi naar u te lonken
maar als straks de herfstwinden komen
worden zij mij abrupt ontnomen.
Mijn takken steken dan schraal omhoog
veinzend een wederkerend proloog
dat dit slechts tijdelijk zal zijn
tot de eerste lentezonneschijn.
Maar vooralsnog heb ik eerst een taak
waarmee ik kinderen in hun hartje raak
als de maan staat aan `t firnament
en zijn schijnsel langs mijn takken zendt.
laat ik die kinderhartjes sneller kloppen
waarop zij hun schoentjes droppen
hopend dat als de maan schijnt door de bomen
dat dan de sint zal komen.
Nochtans ben ik niet klaar
als tegen de einde van het jaar
mijn takken door sneeuw worden bedekt
geef ik `t landschap een winters effect.
Maar verschijnt dan de lentezon
voor mij de onmisbare warmtebron
dan zullen bladeren mijn takken weer tooien
nadat hij de sneeuw heeft doen ontdooien.
DdJ.
Over dit gedicht
Geplaatst op: 16-01-2016
Over deze dichter
Dolf de Jong (Actief sinds: 26-12-2015)
© Op dit gedicht 'Ik ben een boom' van Dolf de Jong zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.