ACHTER.

Cock van den Berg

ACHTER.

Mijn achterneef zat achter 't stuur,
En ik zat op de achterbank,
Samen met onze achterbuur,
Hij leek wel achtervolgd; gas op de plank.

Hij kon natuurlijk niet achterblijven,
Reed op de voorganger's achterbumper,
Pakte ook z'n achterlicht, zonder overdrijven,
Eigenlijk was 't achterlijk van die stumper.

Als de politie 'm achter de tralies wou zetten,
Die niet dat achterlijk gedrag kon gedogen,
Dan zou m'n achterneef dat niet kunnen beletten,
Ook al had ie 't achter de ellenbogen.

Hij kreeg vroeger al vele boetes achter elkaar,
Hoeveel kan ik nu niet achterhalen,
Maar dat hij steeds weer achterliep, jaar na jaar,
Daar kan ik achteraf toch wel van balen.

Wat hij moest doen, deed hij achterstevoren,
Hij had geen achterban, die 'm corrigeerde,
Had grote achterdocht en dovemansoren,
Had dus ook geen achtergrond, dat hij eerde.

Dat werd dus zijn achterland,
Een leven, dat achterliep op vele vlakken,
Zijn welzijn holde achteruit, sprong uit de band,
En met z'n laatste adem liet hij zich achteroverzakken.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 03-05-2022

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Cock van den Berg (Actief sinds: 29-10-2020)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘ACHTER.’ van Cock van den Berg zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.