Zwarte gaten
Haar welvingen ongeëvenaard,
haar klanken welbesnaard,
de accoladen van haar mond
een lokkend’ spond’.
In de zwarte
diepte in haar ogen,
wil ik verdrinken,
zijn één met haar.
Die zwarte gaten
peilloos, zonder eind,
ik in verdwijn,
wijl ze mijn zijn ontkent.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 17-01-2024
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Zwarte gaten’ van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.