De baron

Paul Duyvesteyn

Aan de oever van de Utrechtse Vecht verrijst een hoogstaand herenhuis
Vergane pracht van linden heeft eens de laan tot aan de voordeur gesierd
Verwaarloosde bomen buigen loom over het pad
Bij een beetje wind schuren ritselende lindenbladeren over de steenweg
Padstenen liggen zo ongelijk dat ze rimpelingen in de Vecht nabootsen

In de voorgevel zitten twintig groen omlijste zwart geschilderde ramen
Hiertoe heeft de baron besloten omdat joelende jachten hem steeds hoonden,
als hij staand voor de ramen bedrijvigheid op het water gadesloeg
Nu zit hij in zijn besleten broek op een sleetse schommelstoel,
zijn knokige handen op zijn knieën gedrukt,
om scheuren in zijn stofbroek te verbergen

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 13-04-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De baron’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.