Stil snikkend

Patros Fibros

 Stil snikkend in de hoek,
 De wanhoop is meester van haar.
 Bang voor de pijnlijke woorden.
 Ze durft niks te zeggen,
 Anders slaan ze haar in elkaar.

 Stil snikkend in de hoek,
 Wil ze ontsnappen aan haar leven,
 Ze wil er niet meer zijn.
 De laatste uitweg die er is,
 Een botsing met een trein.

 Stil snikkend staat familie bij elkaar,
 Dat meisje, is er nu niet meer,
 Is naar de Hemel gegaan.
 Daar beseft ze pas,
 Wat ze heeft gedaan.

 Zelfs haar pesters huilen,
 Ze wilden niet een einde maken,
 Aan haar korte leven.
 Ze waren bang zelf slachtoffer te zijn,
 Van hun daden.

 Vijf dagen later gaat haar kist naar beneden,
 Op een briefje had ze geschreven,
 Wat ze wilde en wat niet.
 Alles tot op het einde uitgedacht,
 Vol schaamte, woede en verdriet.

 Honderden mensen zoeken steun bij elkaar,
 De kist met daarop de rozen,
 Gaat in het niet.
 Woede voor de pesters,
 Maar het kwaad,
 Is al geschied.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 15-03-2014

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Patros Fibros (Actief sinds: 13-03-2014)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Stil snikkend’ van Patros Fibros zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.