verloren-zijn en eeuwigheid
blauw valt de sneeuw
voor ons na al die jaren
schemert stil de lach
en koper klinkt de ahorn
wanneer zich 's nachts
zijn bonte takken strelen
om ‘t lege huis huilt
koud decemberwind
als jammerend dier
scheurt blad na blad
drijft het naar grond
waar in een diepe val
verloren-zijn en eeuwigheid
zich met elkaar verenigen
zich samenballen
tot meer dan slechts een weg:
de jouwe en de mijne