Gevelladder

Paul Duyvesteyn

Een schuifladder rust tegen zijn huisgevel
Hij is van mahoniehout, met stalen hoekverbindingen
Elke dinsdag om negen uur beklimt hij deze trap van geluk
en gaat aansluitend in de dakgoot op één been staan
Op even dagen op zijn linkerbeen, op oneven dagen op zijn rechter
Aldaar omhelst hij de horizon en vergiet tranen van vreugde

Op de laatste dinsdag was deze aardse verbinding verdwenen
Hij heeft speurend zijn buurt doorvorst, in alle schuren gekeken. Tevergeefs
Met een steekbijteltje heeft hij een stukje krijtsteen uitgehakt
Hiermee is hij begonnen tegen de muur een ladder te schetsen

Telkens als hij op een trede stapte, heeft hij er een bijgetekend
De nieuwe trap was wel wat gammel, omdat ijzeren hoeksteunen ontbraken
Bijna boven gekomen moest hij nog twee haken schilderen
om de trap in de dakgoot te verankeren
Uiteindelijk ging hij op zijn rechterbeen in de goot staan
Immers het was een even dinsdag
Zeer tevreden keek hij om zich heen, met het stukje krijt in zijn rechterhand geklemd

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 06-04-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Gevelladder ’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.