Oogverblindend

Joris Olivier

Oogverblindend

Kijkend in de zon,
zag ik haar niet gaan,
ook al was zij niet ver
bij mij vandaan.

Een wolkje, echt best klein,
gaf mij plots een weinig zicht,
was net voldoende, dat
ik keek in haar gezicht.

Ik viel voor haar als een blok,
o, o, wat een schoonheid,
eer had ik zoiets moois nooit gezien,
voor haar was ik alles bereid.

Ik stamelde haar gedag,
het gevolg was wel,
dat zij mij in de ogen zag,
en toen, toen aarzelde ik geen tel

en zei hoe mooi ik haar vond.
Zij liep naar mij, ik naar haar.
Ze zei iets, dat ik niet verstond.
Wat wij wilden, was wel klaar.

Ik kuste haar, zij kuste mij,
van het één kwam toen het ander.
Vervolgens gingen wij samen zij aan zij,
gingen nooit meer uit elkander.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 01-10-2023

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Oogverblindend’ van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.