Innerlijk kind
Na ampel innerlijk dolen
ontwaar ik haar,
duister en verscholen,
mijn innerlijk kind.
Ineengedoken zit zij, dáár,
waar zij eerder placht te spelen.
Behoedzaam nader ik haar,
beschroomd haar aan te spreken.
Ik schouw haar aan,
door inzicht overmand, droef gevoelend
om wat ik haar heb aangedaan:
haar boosheid niet liet gelden.
Inmiddels verstild in droefenis,
haar armen om zich heen,
vraag ik haar,deemoedig,vergiffenis
voor mijn afvalligheid.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 08-03-2015
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Wicky Steevensz (Actief sinds: 02-03-2015)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Innerlijk kind’ van Wicky Steevensz zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.