Ademwolkjes

Paul Duyvesteyn

In motregen wandel ik over een modderig paadje langs een snelweg
Brede waterdruppels druipen langs ontbladerde bomen op de grond
Door dikke luchtvochtigheid kan ik nauwelijks vooruitkijken
Ik buig mijn hoofd ver voorover om zo onverwachte wortels te ontwijken

Morgengloren dat anders het slijkpad verlicht,
is nu door waterduisternis verdrongen
Voorzichtig drentel ik verder, onafgebroken om me heen kijkend

Bij elke stap vallen kledderige modderkluiten van mijn laarzen
In vroegstilte klinkt dit als vage slagen op een velgescheurde trommel
Aan de onderkant van mijn pas gestreken broek,
blijven vette klodders hangen
Tussen mijn hoofdharen stromen mini-beekjes van regenwater

Veraf neem ik een vage gestalte waar
Dichterbij gekomen zie ik dat hij een mok in zijn hand heeft
Kortgebroekt en blootvoets maakt hij diepe kniebuigingen,
onderwijl kleine ademwolkjes uitstotend
Mijn zwaaien wordt met een hoofdknikje beantwoord

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-02-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Ademwolkjes’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.