Onverklaarbaar

Joris Olivier



Er ging ‘n rilling over mijn rug,
alsof koude wind mij raakte.
Er woei nochtans geen bries,
noch tochtte ‘t rondom mij.

En toch de huiver was er echt,
bevroor bijkans gans mijn lijf,
koude tot in mijn botten drong,
ik keek als Argus in het rond.

De stilte was overdonderend,
ik stond als pilaar versteend
vast aan de grond genageld,
kon geen enk’le kant meer op.

Tableau leek eindeloos te duren,
tot ‘n zoete klank mij verloste,
Aphrodite zong mij lieflijk toe,
overlaadde mij met zwoele blikken.

Alle kou verdween uit mijn leden,
maar ook zij was gelijk verdwenen.
Ik keerde euforisch heimwaarts,
zonder ’t gebeurde zich verklaarde.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 27-03-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Onverklaarbaar’ van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.