De afvallige

Paul Duyvesteyn

Met zijn handen in zijn zakken drukt hij zilte voetstappen in zandgeruis,
een wervelwind van strandzand voor zich uitschoppend met zijn puntige lakschoenen
Hij wuift naar alle winden, afkomstig van zee en land en door wolken omarmd
Zijn gehandschoende handen weerspiegelen een glinsterend spoor van natte zandkorrels
Op zijn gescheurde winterjas is nog vaag te lezen: de afvallige

Hij kruipt uit de schaduw om duistere emoties te verjagen zodat hij zijn gedachten met lippennectar van zonlicht kan voeden
Nu staat hij aan een oever, overgeleverd aan een door landschap dansende eindeloze rivier
Van palmbladeren heeft hij een varend natuurschuitje met opstaande randen gemaakt
Op de bodem ligt een stapel gepolijste kastanjes, als een toevluchtsoord voor rust
Hier kan hij zijn zielerust strelen op zijn lange waterreis en wegdromen op geluidloze golfjes

Met samengeknepen vingers pendelt hij vermoeid in koel waterland
Uiteindelijk laat hij zich door kabbelende stromen meevoeren, hartverzwaard aan zijn strandverkening denkend,
toen hij in vier windhoeken zijn briesgebonden windstad herkende
Die heeft hij nu ingeruild voor een glimmende kastanjezetel, de afvallige

In duisternis van verdriet en heimwee leunt hij gebogen over zjn gepalmde bootrand
Hij dorst naar verandering, maar zit nu voor altijd gekluisterd in zijn groene waterhuis
Als hij wakker wordt wil hij weer op het strand spelen en natte zandkastelen bouwen,
met vier ruime kamers waarin hij elke windhoek kan herbergen

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 21-04-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De afvallige ’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.