De zomerweide

Ron Dietvorst

De zomerweide

Het was zomer; meer bepaald hoogzomer,
het was warm, het geurde naar brem, en wilde bloemen, en iedereen werd lomer,

in het hoge gras wiegden de korenbloemen en de klaprozen,
als het ware een voorname pavane, zonder te verpinken of te blozen,

bijtjes in groten getale en andere nectarfourageurs met hun zacht gezoem,
werden opgemerkt door vingerhoedskruid, wilde akelei en menige veldbloem,

de leeuwenbekjes dansten op de zachte zoete tonen van de milde zomerbries,
een wals met wilde haver, terwijl de wind door de zegge een fluitje blies,

sleutelbloemen en duizendblad stonden aan de zoom van de weide op wacht,
minzaam uitziend op de lis en de gele plomp in de naastgelegen gracht,

niets kon dit vredige en idyllisch panorama verstoren,
zachte zomeravondwind paarde zich aan het toneel volkomen naar behoren,

slechts één merel waagde zich aan een droevige en treurige dissonant,
en peuzelde aan een pier, die zich bovengronds had gewaagd in dit weideland.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 20-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Ron Dietvorst (Actief sinds: 18-05-2018)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De zomerweide’ van Ron Dietvorst zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.