Uitzicht.
Uitzicht.
Heer, waarom blijf ik maar klagen?
Waarom heb ik zoveel vragen?
‘k Bleef maar vragen; waarom toch Heer?
Waarom slaat alles mij zo ter neer?
Waarom loop ik zo in’t duister?
Waar is toch Uw liefd’rijk luister?
Ik voel me zo verward en blind,
Waar is toch dat vrolijk kind?
Waar is Uw kind dat liep te zingen?
Nu ziet hij alleen maar nare dingen.
Neem weg mijn pijn, mijn smart,
Open door Uw Geest mijn hart.
Laat mijn oren toch weer horen,
van het Kerstkind, dat is geboren.
Die ook voor mij op aarde kwam
Geslacht, als een onschuldig lam.
En toen ik dacht; nu ben’k verstard
Opende Uw Geest mijn hart.
Toen las ik in Uw woord van ‘t Kind
Dat ook zijn bangste kind bemind.
Dat Kind troont naast de heilige Vader
Dat Kind is ook voor mij de Levensader.
Ik mag nu weten dat U naast de Vader zit
en in de hoge hemel voor mij bidt
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 06-08-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Gertjan van der Kraan (Actief sinds: 31-10-2014)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Uitzicht. ’ van Gertjan van der Kraan zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.