KAPPEN

Cock van den Berg

Kappen

Hij wilde wat groter gaan wonen,
Dus kwam hij bij een makelaar uit,
Die wilde z'n bemiddeling wel belonen,
Met een fors percentage werd hij flink uitgebuit.
Het advies was , dat als wilt samenwonen,
Dan kies je twee huizen onder één kap als besluit.

Het bos kwam toch wel erg vol te staan
En de bomen zaten elkaar in de weg.
Eigenlijk moest je er om de andere één overslaan,
Dan had wel om de andere er één pech.
Die werd dan gekapt en van z'n takken ontdaan,
Dat was dan 't einde van de boom z'n levensweg.

Ze wilde al jaren mooie krullen
En droomde van zo'n leuke kop,
Die haar spiegel zo prachtig zou vullen,
Met 't beeld van een modepop.
Zo ging zij haar hoofd met deze coupe omhullen,
Bij een kapper, die nooit dronk; 't was een BOB.

In 't klooster zie je ze altijd stappen;
Die monniken in hun zware pij,
Die de buitenwereld aan hun sandalen lappen;
Zo werken ze in 't klooster, zij aan zij.
Wanneer zij 's avonds nog naar adem happen,
Herken je ze niet; ze dragen allen gelijke kappen.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 04-01-2022

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Cock van den Berg (Actief sinds: 29-10-2020)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘KAPPEN’ van Cock van den Berg zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.