DE MARSKRAMER.

Cock van den Berg

DE MARSKRAMER.

Hij reisde door 't ganse land
Met z'n mars vol garen en met band,
Ging hij langs de deuren;
Liep hij met z'n waar te leuren
En hij fungeerde als wandelende krant.

Hij kende de allerlaatste berichten,
Waar mensen graag voor zwichten
En vertelde zijn aangedikte verhalen uit den lande,
Van huwlijk, rampen en van schande;
Hij vond dat horen bij zijn marskramersplichten.

Zijn snuisterijen, kettinkjes en snoeren
Vonden gretig aftrek bij de boeren;
Zulk spul kwam je bijkans nooit tegen,
Maar wel op des marskramers wegen;
Zo draaide zijn verkooppraat op volle toeren.

Zo reisde hij van stad tot stad,
Verhaalde opgesmukte belevenissen, die hij had,
Terwijl hij met z'n waar te koop liep
En 's nachts bij een boer in 't hooi sliep:
Op die levenswijze ging de kramer prat.

Al was 't geen vetpot, dat zwerversbestaan
En dikwijls dan dacht'ie " Wat een hondebaan ",
Maar de vrijheid van leven onder regen of zon,
Was zo krachtig, dat dat overwon
En hielp 'm op weg om verder te gaan.

Een wilskrachtig figuur, dat moest je wel zijn,
Anders viel je ten prooi aan Magere Hein;
Maar z'n koopmansgeest was niet te evenaren
Al waren 's Heren wegen vol valkuilen en gevaren;
Hij nam z'n waar weer op de rug: Hem kregen ze niet klein.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 06-07-2021

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Cock van den Berg (Actief sinds: 29-10-2020)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘DE MARSKRAMER.’ van Cock van den Berg zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.

Om dit gedicht toe te voegen aan je favorieten dien je ingelogd te zijn. Log dus eerst in op de website. Als je nog geen account hebt, maak dan een account aan op deze website.