«»
Zeven kleine kleutertjes die zaten in de wei.
Zeven kleine kleutertjes lachend op een rij.
Die zeven kleine kleutertjes , die hebben grote lol.
Die zeven kleine kleutertjes gaan zingend uit hun bol.
Ze giegelen en klappen , in hun handjes op de maat!
En zingen over het rupsje , die zijn coconnetje verlaat!
Dat liedje is een versje , die alleen een kleuter kent.
En die je alleen mag zingen , als je met zeven kleuters bent!
Het liedje van het rupsje , met duizend pootjes op een rij.
Het versje van het rupsje , die een vlinder werd in Mei !
Dat rupsje zocht een blaadje , die vast zat aan een boom of plant.
Zodat zijn coconnetje kon hangen , aan een blaadje onder de rand.
En toen hij eindelijk was geworden , van zijden rupsje tot een ÑÑndagsvlinder.
Wilde hij alleen nog maar , .... Vladderen ! .... Zonder al teveel gehinder.
Want een vlinder heeft niet veel tijd , dat is nu eenmaal zijn levenslot !
Hij is er maar voor even en gaat al snel kapot.
Dus brengt ie gauw een lachje en wat bewondering naar het leven.
Want een vlinder die fladdert , ... Die fladdert maar voor even !
Daarom zingen de zeven kleutertjes vrolijk het liedje , over de vlinder van ÑÑn dag.
Want als die vlinder vliegt en fladdert , dan brengt ie de gulle giegel lach !
Een versje over de kleutertjes die zingen in het leven.
Die klappen voor het vlindertje , die fladdert voor heel even !
DE VLINDER
DE VLINDER ...Zeven kleine kleutertjes die zaten in de wei.
Zeven kleine kleutertjes lachend op een rij.
Die zeven kleine kleutertjes , die hebben grote lol.
Die zeven kleine kleutertjes gaan zingend uit hun bol.
Ze giegelen en klappen , in hun handjes op de maat!
En zingen over het rupsje , die zijn coconnetje verlaat!
Dat liedje is een versje , die alleen een kleuter kent.
En die je alleen mag zingen , als je met zeven kleuters bent!
Het liedje van het rupsje , met duizend pootjes op een rij.
Het versje van het rupsje , die een vlinder werd in Mei !
Dat rupsje zocht een blaadje , die vast zat aan een boom of plant.
Zodat zijn coconnetje kon hangen , aan een blaadje onder de rand.
En toen hij eindelijk was geworden , van zijden rupsje tot een ÑÑndagsvlinder.
Wilde hij alleen nog maar , .... Vladderen ! .... Zonder al teveel gehinder.
Want een vlinder heeft niet veel tijd , dat is nu eenmaal zijn levenslot !
Hij is er maar voor even en gaat al snel kapot.
Dus brengt ie gauw een lachje en wat bewondering naar het leven.
Want een vlinder die fladdert , ... Die fladdert maar voor even !
Daarom zingen de zeven kleutertjes vrolijk het liedje , over de vlinder van ÑÑn dag.
Want als die vlinder vliegt en fladdert , dan brengt ie de gulle giegel lach !
Een versje over de kleutertjes die zingen in het leven.
Die klappen voor het vlindertje , die fladdert voor heel even !
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 09-01-2018
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Michel RietbroekActief sinds: 26-12-2017Informatie bij het gedicht:
Geschreven voor de kleutertjes , die zingen met z,n zeven. Over de vlinder van ÑÑn dag , die fladdert voor heel even ! BEDACHT EN GESCHREVEN DOOR MICHEL RIETBROEK ( BASS BANZABASS ) 09 01 2018 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘DE VLINDER’ van Michel Rietbroek zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.