«»
Huppelen
Vrolijk huppel je in de wei,
ja, je bent blij,
dat zie ik aan je huid,
je straalt het tevens uit,
de lach zit nog verscholen,
net als de konijnen in hun holen.
Als de zon zo meteen gaat schijnen,
opent men de gordijnen,
dan komt het leven tot leven,
nog even,
eerst ontbijten,
blatende geiten,
hoor ik de wei,
ja, je bent blij,
de lach kan ik al horen,
niets kan dit gevoel verstoren,
huppel mijn kind,
haren wapperend in de wind,
huppel de ochtend tegemoet,
breng de zon je groet.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 19-04-2014
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Marill MeijsActief sinds: 30-03-2014 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Huppelen’ van Marill Meijs zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.