«»
zweeft de geduchte tovenaar
's avonds door het raam van Slot Bommelstein
de lieflijke kamer binnen
brengt plotselinge schrik en angst
blijft even _ vertrekt spookachtig
na lange tijd vertoont hij zich
in 't kleine land bij het Zilvermeer
dwingt de koning af te treden
wil zelf de scepter ter hand nemen
het boze voorstel wordt geweigerd
de beoefenaar der zwarte kunst
maakt de vorst en diens onderdanen
allemaal tot kwakende kikkers
rondom de troosteloze gauwe burcht
eens het trotse koningstehuis
werken gewillige toverknechtjes
kleine trollen van het Zuiden
geven dat schone meer _ geheel vergaan
het aanzien van een vreeswekkend moeras
mengen water met dikke modder
brengen overal stinkende dampen
waar dwaallichtjes in rond zwermen
een wereld omvat door klamme nevel
Wammes Waggel vergezelt bij schemer
die moerasgeesten vrolijk naar een boom
kaal _ griezelig grillig _ geweldig wijd
waarin alle toverkracht zich ophoudt
speelt met de onnozele wezentjes
een onschuldig kinderspel
fakkels worden als vuurvliegjes
door alle klauwende takken verspreid
Tom Poes geeft een slimme wending
laat heel de hoge stam afbranden
van wortels tot aan de top
verbroken is de kwade macht
van de onderdrukkende heerser
hij jammert en verdwijnt voorgoed
Zilverstad aan het blinkende water
heeft al haar herstelde bewoners
die de welvaart van het rijk sterken.
ZWARTE VLEER
Gelijk een reusachtige kalongzweeft de geduchte tovenaar
's avonds door het raam van Slot Bommelstein
de lieflijke kamer binnen
brengt plotselinge schrik en angst
blijft even _ vertrekt spookachtig
na lange tijd vertoont hij zich
in 't kleine land bij het Zilvermeer
dwingt de koning af te treden
wil zelf de scepter ter hand nemen
het boze voorstel wordt geweigerd
de beoefenaar der zwarte kunst
maakt de vorst en diens onderdanen
allemaal tot kwakende kikkers
rondom de troosteloze gauwe burcht
eens het trotse koningstehuis
werken gewillige toverknechtjes
kleine trollen van het Zuiden
geven dat schone meer _ geheel vergaan
het aanzien van een vreeswekkend moeras
mengen water met dikke modder
brengen overal stinkende dampen
waar dwaallichtjes in rond zwermen
een wereld omvat door klamme nevel
Wammes Waggel vergezelt bij schemer
die moerasgeesten vrolijk naar een boom
kaal _ griezelig grillig _ geweldig wijd
waarin alle toverkracht zich ophoudt
speelt met de onnozele wezentjes
een onschuldig kinderspel
fakkels worden als vuurvliegjes
door alle klauwende takken verspreid
Tom Poes geeft een slimme wending
laat heel de hoge stam afbranden
van wortels tot aan de top
verbroken is de kwade macht
van de onderdrukkende heerser
hij jammert en verdwijnt voorgoed
Zilverstad aan het blinkende water
heeft al haar herstelde bewoners
die de welvaart van het rijk sterken.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 16-03-2021
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Han MessieActief sinds: 18-01-2018Informatie bij het gedicht:
Zwarte Vleer is een kwaadaardige tovenaar in het verhaal van Tom Poes en het geheim van het Nevelmoeras. Auteursrechten
Op dit gedicht ‘ZWARTE VLEER’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.
Meer gedichten in de rubriek: Sprookjes
Nieuwste gedichten
Best beoordeelde gedichten
- sprookjes hebben handen
- verdrietig maantje
- Indische waterlelies
- De uil en de raaf.
- De schone slaapster
- De familie Piggelmee -...