SNEEUWVLOK SPREEKT

Han Messie

Uit geboortewolken weggeblazen
zweven we neer, zwierend in onzekerheid.
IJlings verzilverde wind spot verblijd,
kent reeds het lot van ons, prille luchthazen.

Mijn verwanten mogen graag verwazen
tot teder geschilderde wintertijd.
Op groots beleven ben ík voorbereid:
een donker paleis vol vlammende glazen!

't Is heerlijk toeven onder het torenraam.
Een vrouwenhand met kleine wond komt eruit,
wil genezende kou om zich heen weten.

Koninginnebloed bedroppelt me minzaam,
voorvoelt een dochter, eens wonderbare bruid,
die naar dit uur "Sneeuwwitje" zal heten.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 05-06-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)

Informatie bij het gedicht

De koningin zat 's winters bij het raam te naaien, prikte zich daarbij in de vinger. Door het open raam liet ze haar bloeddruppels in de sneeuw vallen. Later baarde ze haar dochter Sneeuwwitje.

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘SNEEUWVLOK SPREEKT’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.