De familie Piggelmee - tiende verhaal

Willem Bernardus Tijssen

Ieder noodlot kent zijn keerzijde.
En ook voor het mannetje Piggelmee
betekent die keerzijde niet een
eeuwig durend lijden. Een noodlot
leidt soms met iets van zelfspot
tot een onverwachte mogelijkheid,
die in de nood geboren wordt.
In een kabouterleven waarin door
het nooddruft wordt geleerd, dat elk
probleem altijd weer ten goede kan
worden gekeerd.

Problemen van thuis worden dan door
het sprookje op een andere manier
beschenen, wanneer de oplossing voor
het oprapen ligt middels Vuurlands
gloeiende vuurstenen. Vulkanen op Vuurland
voeren continue van uit de diepten nieuwe
voorraden aan. Die op de hellingen eeuwig
nagloeien in hun lichtgevend en brandend
bestaan.

Zo beleefde het mannetje Piggelmee zijn
vreugde in het zuidelijk Vuurvogelparadijs.
Van ontvoering tot ontroering werd hij
getroffen door wat noodt tot exploitatie
van een ontdekking op zijn gedwongen
overzeese reis.

Zo beleeft het sprookje aan Piggelmee
het wonder van de Vuurlandfee, die bij
aankomst zijn dromen teruggeeft op weg
naar huis; aan de andere kant van de zee.
Wanneer hij de droom heeft geslapen, lijkt
zijn wereld weer normaal. Verwarmen van nu af
aan overal in Zeeluinen de vuurstenen de kabouter-
huizen; een sprookjeswereld amicaal.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 26-10-2016

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Willem Bernardus Tijssen (Actief sinds: 02-03-2015)

Informatie bij het gedicht

Schrijver: Willem B. Tijssen De familie Piggelmee - tiende verhaal - slot tweede serie

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De familie Piggelmee - tiende verhaal ’ van Willem Bernardus Tijssen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.