De familie Piggelmee - tweede verhaal -

Willem Bernardus Tijssen

Het leven bekomt een dwergenpaar
tegen de wintertijd vaak saai.
In het land van de kokmeeuw
in zijn schoonheidsstrijd met een
Vlaamse Gaai. De zee schreeuwt
om aandacht in zijn verovering
van het strand. Binnen wordt het
kouder in de huisjes achter de duinen
in het kabouterland.

Want de kachel van de familie
Piggelmee zal dit jaar minder
branden, omdat er hout-schaarste
heerst in kabouterland. Ook over
de andere fossiele brandstoffen zal
de familie minder kunnen beschikken,
door een distributiebeperking van
hoger hand.


Bij deze slechte vooruitzichten heerst
er slechts koude drukte in het kabouter-
huis; zal de koffiepot minder boven het
vuurtje pruttelen; is het ook met de smaak
van de Dwergenmans-thee minder pluis.
Zo viert de onvrede bij de familie Piggelmee
hoogtij in die verkleumende omgekeerde bloempot;
Is er weinig rede voor wintervreugde bij een stil
verdriet om een droevig kabouter lot

Desondanks koestert het mannetje Piggelmee geen
gevoelens van onvrede, die zijn grenzen niet kent.
Vooral niet na zo'n wonderlijke Vuurvogel aanschouwing;
die wat vurige warmte teruggeeft, omdat je als warm-
bloedige kabouter niet voor de koude geboren bent.



( wordt vervolgd serie twee de familie Piggelmee )