Hengelen
Ik zou mijn vader ongesneden witbrood gaan nabrengen
Tot plukjes deeg wilde hij dat bestemmen om hengelen
te gaan
Uitnodigend keek mij het uiterst verse brood dan aan...
Ik pulkte het witte gedeelte grotendeels eruit
voor mij en een hongerige vriendin zou het volstaan
Het wou er meer dan best wel in; zo lékker vers
Wat bleef was maar een kleine rest
Vader foeterde flink, kon later wel erom lachen
Géén vis maar die dag Een dwingende waarschuwing
volgde: léuk gevonden wel maar waar hij maar één keer
in voorzag.
Dakoyria, 2018.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 20-08-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Dakoyria (Actief sinds: 08-11-2015)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Hengelen’ van Dakoyria zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.