INLOGGEN
«»

Toen liet God het regenen

Toen liet God het regenen
wel veertig dagen lang.
Een ark dreef op de overvloed
na de ondergang van het eigen
belang. Een wereld die hij
geschapen had, ging ten onder
in geweld. De mens die naar zijn
voorbeeld was, ging ten onder
aan het grote geld.

De duivel die steeds arglistig is,
gaf aan de mens, maar nooit genoeg.
Liet de mens steeds weer bedelen om het geld,
maar gaf altijd minder dan waarom die vroeg.

Het water dat vroeger zo overvloedig leek,
stond de mens denkbeeldig tot aan zijn nek.
Een éénling die hem daarop wees, verklaarde
die liever voor de verkeerde gek.

Tot het moment dat het regenen ging
in goud, in munten- en papiergeld.
De eenling die zich redden kon,
was wijzer dan degenen die zich hadden
verteld.

Toen liet God het regenen, omdat het niet
anders kon. Veertig dagen duisternis en geen
enkel dagdeel zon. Een overvloed na de
overmacht, die de mens zichzelf geschapen
had. De mens die in zijn hebzucht verdronken was,
ontevreden met het leven dat die had.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 04-04-2016

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Willem Bernardus Tijssen
Actief sinds: 02-03-2015Informatie bij het gedicht:

Schrijver: Willem B. Tijssen Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Toen liet God het regenen’ van Willem Bernardus Tijssen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.