Gebed van een gevangene.

Joop Gilhuis

Psalm 142. Van David, toen hij in de spelonk was !

Gebed van een gevangene.

Met luider stem roep ik van angst tot de Heer,
met luider stem smeek ik Hem, mijn Heer Heer.
Ik stort mijn klachten voor zijn Aangezicht ter neer,
door mijn angst en benauwdheid gaat mijn hart te keer.

Wanneer mijn geest in mij versmacht, kent U mijn pad,
zij verbergen mij een strik, ik ben afgemat.
Kijk ik rechts en zie uit, niemand ziet naar mij om,
mijn toevlucht is ontvallen, elkeen houdt zich stom.

Tot U roep ik daarom Heer, U bent mijn Schuilplaats,
mijn deel in het land der levenden is bovenmaats.
Ik ben zeer verzwakt, sla toch acht op mijn smeken,
mijn vervolgers zijn sterker, willen zich wreken.

Voer mij uit deze kerker, zodat ik U kan loven,
rechtvaardigen zullen mij dan omringen als schoven.
Dat kan alleen door Uw Weldadigheid met Lieflijkheid,
waardoor U mij bevrijdde en verloste van de strijd !

Bewerkt door Joop Gilhuis.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 20-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Gebed van een gevangene.’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.