De Zegen van de Heer.

Joop Gilhuis

Psalm 127.Van David. Bedevaartslied.

De Zegen van de Heer.

Als de Heer het niet bouwt en bewaart,
dan is het allemaal voor niets vergaard.
De bouwvakker en de politieman,
Die bakken er ook helemaal niets van.

Ze staan vroeg op en gaan ook zeer laat naar bed,
ze eten brood der smarten en het is pet.
Ze zwoegen en slaven, somtijds met een gaap,
Maar Híj geeft het Zijn beminden in de slaap!

Zij ontvangen nu door hun groot geloof in nood,
rijkelijk veel zonen uit een vruchtbare schoot.
Zij zijn tot rijke zegen, dat zij wel vermeldt,
zij lijken op de pijlen van een grote held.

Zalig de mens, wiens # buil # met dat Heil is gevuld,
spreken zij, dan wordt alles vriendelijk verhuld.
Zij praten ook met een krachtdadig woord,
met alle tegenstanders in de poort!

# buil # =rugzak

Bewerkt door Joop Gilhuis.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 20-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De Zegen van de Heer.’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.