Door lastertaal vervolgt.

Joop Gilhuis

Psalm 120.Van David. Bedevaartslied.

Door lastertaal vervolgt.

In mijn angst riep ik tot U o Heer,
en Hij antwoordde mij telkens weer.
Hij redde mij van leugenlippen,
lui, zonder eerlijkheidsbegrippen.

Ook van de tong die dagelijks liegt,
die de ganse dag liegt en bedriegt.
Wat zal Hij hen daarvoor gaan geven?
een scherpe pijl beneemt zijn leven.

Zo staan er gloeiende kolen klaar,
voor de dwaasheid van de leugenaar.
Ik wil niet bij hen zijn die de vrede haten,
met mij willen zij daarover ook niet praten.

Te lang was ik in die verre steden.*
tussen de barbaren van het heden.**
Gaf ik hen mijn liefde, die bevrijdt,
dan waren zij uit op bloed en strijd.

*Mesek= verafgelegen plaats.
**Kedar= Barbaren.

Bewerkt door Joop Gilhuis.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Door lastertaal vervolgt.’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.