Des Heren Heerlijkheid in de schepping.

Joop Gilhuis

Psalm 104. Van David?

Des Heren Heerlijkheid in de schepping.

Looft nu de Heer mijn ziel, mijn Heer en mijn God, U bent zeer Groot,
U heeft U met majesteit en luister bekleed, bondgenoot.
Hij hult Zich in het licht als in een warme manteljas,
Hij spant de hemel uit als een tentkleed tot aan het gras.

Hij zoldert Zijne opperzalen in de wateren,
Hij maakte de wolken tot Zijn wagen, zij klateren.
Hij wandelt op de vleugelen van de wind, zij dragen Hem
zij zijn Hem tot boden, laaiend vuur, Hij beveelt hen met klem.

Hij heeft deze aarde op haar grondslagen gevestigd,
zodat zij nimmermeer wankelt voor altijd bevestigd.
De waterdiepte - U heeft haar als met een kleed bedekt,
boven de bergen staan de wateren, mooi, uitgestrekt.

Zij vloden voor Uw dreigen, ze haastten zich weg voor Uw Stem,
bergen rezen op, dalen zonken neer, zeggend: "kniel voor Hem!"
U heeft hen daar een grens gesteld, die zij niet overschrijden,
zij zullen de aarde niet weer bedekken, maar belijden.

Hij zendt de bronnen naar de beken, waar het langs bergen snelt,
zij vloeien daarheen en zij drenken de dieren van het veld.
De wilde ezels lessen hun dorst, de vogels evenzo,
en vanuit de bomen zingen zij hun mooi adagio.

Hij drenkt zo alle bergen vanuit Zijne Opperzalen,
van de vrucht Uwer werken kan de aarde adem halen.
Hij, onze God, doet de grassen ontspruiten voor al het vee,
ook het groene kruid tot bewerking, dat valt niet altijd mee.

Brood uit de aarde komt omhoog en wijn dat het hart verheugt,
olie die het gezicht doet glanzen tot ware hemelvreugd.
Ja, brood, dat het hart van de mensen versterkt, noodt tot eten,
laten wij Hem, onze Heer, bij dit alles niet vergeten.

De bomen van God de Maker, worden door Hem verzadigd,
ceders van Libanon, heeft Hij geplant en niets beschadigd.
De vogels nestelen warm in het rijke takkengestel,
ook de ooievaars huizen in de cipressen, hoog en wel.

De hoge bergen zijn voor alle steenbokken, dus geen punt,
de rotsen zijn een schuilplaats en aan de klipdassen gegund.
Hij heeft ook de maan gemaakt voor de vaste tijden steeds,
en de zon kent door Hem de tijd van haar ondergang reeds.

Beschikt U, Heer over de duisternis, dan wordt het zeker nacht,
dan roert zich het gedierte van het woud, door Uw Hand, voortgebracht.
De jonge leeuwen brullen om roof, begeren hun spijs van God,
bij het opgaan van de zon voldaan, gaan zij terug in hun grot.

De mens gaat naar zijn werk, naar zijn arbeid tot aan de avond,
en spreekt in zijn hart:"Hoe talrijk zijn Uw werken in het rond."
U heeft alles met wijsheid gemaakt, de aarde vol schepsels,
de zee groot, wijd uitgestrekt vol gewemel, het is deksels.

Kleine en grote dieren tieren, schepen varen rond,
de Leviathan die U schiep die maakt het nog eens bont.
Met haar, die U zeer apart formeerde, wilt U spelen,
zij en andere schepsels krijgen hun spijs met velen.

Zij allen wachten, dat U hen spijzigt op de juiste tijd,
geeft U hun die, dan zamelen zij het weer op, soms met strijd.
Opent U Uw hand zij worden met voedsel verzadigd,
verbergt U echter Uw gezicht, zij worden bezadigd.

Neemt U hun adem weg, zij sterven en keren tot het stof,
zend U Uw Geest uit, zij worden weer geschapen, tot Uw lof.
U vernieuwt dan het gelaat van de aardbodem tot glans,
de Heerlijkheid des Heren zij tot een eeuwigheiddans.

De Heer verheugt zich over al Zijne werken tot heden,
ziet Hij echter de aarde aan, dan beeft zij in haar leden.
Raakt Hij de bergen aan dan roken zij en braken hun as,
ik zal mij in de Heer verheugen, danken voor het gewas.

De zondaren zullen van de aarde verdwijnen, sterven
goddeloosheid is er niet meer, zij hebben niets te erven.

Looft de Heer, mijn ziel,
HALLELUJA.

Bewerkt door Joop Gilhuis

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Des Heren Heerlijkheid in de schepping.’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.