Loflied op de Zegepralen van Gods Gerechtigheid.

Joop Gilhuis

Psalm 98.Van David? De Heilstijd voor Israël.

Loflied op de Zegepralen van Gods Gerechtigheid.

Zingt de Heer een nieuw lied, Hij heeft grote wonderen gedaan,
Zijn Rechterhand en Heilige Arm deed het alles ontstaan.
De Heer heeft Zijn Heil bekend gemaakt aan alle volken,
Zijn Gerechtigheid laten zien in vurige wolken.

Hij heeft gedacht aan Zijn Heilige Welwillendheid,
aan Zijn trouw naar Israëls Huis, tot in der eeuwigheid.
Alle einden van de aarde hebben Zijn Heil aanschouwd,
het Heil van onze God is door de eeuwigheid vertrouwd.

Juicht de Heer, U ganse aarde, breekt uit in gezang,
Psalm zingt de Heer met de citer en harp, luid en lang.
Met trompetten, koren en bazuinen, laat ze maar luid schallen,
zingt voor de Heer, de Koning der Ere, in Heilige Hallen.

De zeeén en de golven bruisen in volheid hun lied,
De wereld en wie er wonen leven zonder verdriet.
De stromen en bergen klappen tezamen in de handen,
voor het Aangezicht des Heren, Hij komt voor alle landen.

Hij komt om de hele aarde te richten,
Hij gaat de wereld wijzen op hun plichten.
De aarde richten in gerechtigheid,
de volken in alle rechtmatigheid.

Bewerkt door Joop Gilhuis.