Gebed om hulp.

Joop Gilhuis

Psalm 86. Van David.
Gebed om hulp.

Luister nu toch Heer, antwoordt mij, want ik ben zeer bedroefd,
arm gekleed en in nood, keer ik tot U, die mij beproeft.
Bescherm toch mijn ziel, want ik ben een God dienend mens,
U mijn God, verlos Uw knecht, dat is mijn diepste wens.

Ik vertrouw op U en wees mij ook genadig Heer,
ik roep de gehele dag tot U:‘Keer weer, keer weer!’
Verheug het hart van Uw knecht, tot U hef ik mijn ziel,
U bent goed en het is daarom dat ik voor U kniel.

Gaarne vergevend en rijk aan welwillendheid,
bent U voor ons Heer, die roepen vanuit hun strijd.
O Heer, wil naar onze beden horen, met dit gebed,
kom nu toch tot hulp op deze dag, bevrijdt toch en redt.

Ik weet dat U antwoord geeft, geen god is gelijk U,
niets is gelijk, aan de werken van U, hier en nu.
Al de heidenen die U gemaakt heeft, zullen komen,
en zich buigen voor U en U grote eer betonen.

Want U is God almachtig, U doet grote wonderen,
U alleen, kunt zoiets, zodat wij ons verwonderen.
Leer mij Uw weg nu, o Heer, dat ik in Uw waarheid sta,
genees mijn hart om Uw naam te eren, halleluja.

Ik zal U loven Heer, mijn God, met mijn ganse hart,
voor altijd Uw naam eren, want U bevrijdt van smart.
Want Uw welwillendheid is erg groot jegens mij,
U redt mijn ziel uit het dodenrijk, stelt mij vrij.

Uit een zeer diepe dal trok U mijn ziel omhoog,
ik dank U wel, opnieuw zie ik Uw Hemelboog.
O mijn God, de overmoedige maakt zich weer op,
een bende geweldenaars willen mij aan de strop.

Zij zijn blind voor U, maar U zult niet gedogen,
dat Uwe knecht zou vallen door onvermogen.
U Heer bent een barmhartig en genadig God,
geduldigheid en trouw is voor mij een groot genot.

Wend U tot mij o Heer en wees genadig, mijn God,
geef Uw knecht moed, geef hem sterkte zodat niemand spot.
Verlos mij, ik ben de zoon van Uw dienstmaagd, mijn moeder,
laat nu de wereld Uw grootheid zien, U bent mijn hoeder.

doe een teken ten goede, dat ook mijn haters het zien,
dat U Heer, ons heeft geholpen en getroost bovendien.

Bewerkt door Joop Gilhuis.