Gebed om hulp tegen vijanden.

Joop Gilhuis

Psalm 83. Van Asaf, een lied.
Gebed om hulp tegen vijanden.

O God, houd U niet stil, zwijg niet en houdt U niet als doof,
Uw vijanden en haters nemen wraak, vol ongeloof.
Met vele landen smeden zij een aanslag tegen Uw volk,
ze beramen kwaad, hun leugens dreigen als een scherpe dolk.

Zij zeggen hardop: ‘Kom wij gaan, het joodse volk de zee injagen,
wij gaan hun namen nooit meer uitspreken, zij waren ons als plagen.’
Zij hebben eensgezind beraadslaagd tot een verbond tegen U,
in de tenten van Hezbollah en Hamas, zegt men: ‘Doodt hen, nu.’

Syrië en Iran, ook zij staan klaar om hen te gaan verderven,
ze zijn de zonen van Lot tot steun, Heer, laat ze daar mogen sterven.
Laat ze vernietigd worden en tot mest worden voor het land,
maak hen, zeker hun leiders, tot stof, dat als kaf wordt verbrand.

Al hun vorsten zeiden: ‘Wij gaan de steden Gods bezetten,’
mijn God wilt U hen toch verstrooien en als pitten pletten.
Maak hen als kaf voor de wind, gelijk een vuur dat het woud verbrand,
gelijk een licht dat bergen in gloed zet door bliksem van Uw hand.

Vervolg hen zo met Uw storm; en verschrik hen met Uw wervelwind,
bedek hen met schande, zodat zij U gaan zoeken als een kind.
Laten zij voor altijd beschaamd en verschrikt ten onder gaan,
zodat allen het weten, Uw naam is Heer: Uw grote naam.

De allerhoogste over de gehele aarde is God,
Hij bestuurd dit allemaal Hij blijft voor ons een zalig lot!

Bewerkt door Joop Gilhuis,