Heer, verlaat mij niet in de ouderdom.

Joop Gilhuis

Psalm 71.
Van David.

Heer, verlaat mij niet in de ouderdom.

Bij U Heer, schuil ik; laat mij dan nooit beschaamd worden, o Heer,
luister Heer, want door Uw gericht, kan ik U loven en eren..
Verlos mij, wees mij tot een rots ter woning, waarheen ik steeds kan gaan,
die U beschikt heeft tot mijn redding en waar ik met mijn voet kan staan.

Mijn rots en mijn vesting, bevrijdt mij Heer; ook van hun dom ongeloof,
maak mij vrij van rovers en anarchisten, zij zijn voor Uw stem doof.
Op U heb ik gewacht mijn Heer, ja, van mijn jeugd af aan,
U steunde mij reeds, direct bij de moederschoot vandaan.

Vanuit het binnenste van mijn moeder, ben ik als een groot wonder geweest.
daarom zing ik U steeds mijn lofgezangen, U bent het die de mens, geneest.
U bent mijn burcht en toevlucht, voor U is mijn mond overvol van lof,
ik getuig van Uw luister Heer, o laat mij toch wonen in Uw hof.

Verwerp mij niet als ik oud ga worden en mijn kracht vergaat,
want mijn vijanden spreken lachend over mij, in de straat.
Zij beramen mij te doden en zeggen daarbij:'God heeft hem verlaten,
er is niemand die hem helpt, samen jagen wij hem op door alle straten.'

O God, wees niet ver van mij, haast U tot hulp, ik ben verdrietig,
laten beschaamd worden, wie mij bedreigen, kom en vernietig.
Laat ze vergaan die mij bestoken, die zich in schande en smaad hullen,
laten wie mijn onheil zoeken, direct stoppen tegen mij te brullen.

Dan zal ik steeds op U hopen en al mijn lof aan U vergroten,
mijn mond zal zeker Uw gerechtigheid vertellen, onverdroten.
De hele dag zal ik dan van Uw Zegeningen zingen en verhalen,
de machtige daden des Heren uitroepen op bergen en in dalen.

Ik wil Uw gerechtigheden vermelden, de Uwe alleen,
Uzelf heeft mij alles geleerd vanaf kind tot mijn oudste geen.
Tot nu toe vertel ik al Uw wonderen aan hen die het wil horen,
zegen mij, ook in mijn grijsheid, dan voel ik mij als opnieuw geboren.

Laat mij in mijn ouderdom o God, Uw kracht mogen verkonden,
verlaat mij toch niet, totdat dit nieuw geslacht het heeft gevonden.
Ja, Uw gerechtigheid, o God, reikt tot de hoogste, hoven,
grote dingen heeft U volbracht, wie is U gelijk hierboven?

U, die mij heel veel benauwdheden en rampen heeft doen ervaren,
zal mij levend maken en uit de aardkolk redden van gevaren.
Wilt U mij weer in ere herstellen, maak U toch op om mij te troosten,
dan zal ik jubelen, met de harp U prijzen; en op Uw grootheid toastten.

ik zal U psalmzingen met de citer over Uw getrouwheid,
o, Heilige God Israëls, mijn lippen juichen, Uw waarheid.
U heeft mijn ziel verlost, daarom mijn jubelend psalmgezang,
ook zal mijn tong de ganse dag zingen met een vreugdezang.

Ik wil zingend van al Uw gerechtigheden gewagen,
U was mij steeds tot hulp, U heeft mij tot hier gedragen,
Daardoor worden vele vijanden nu beschaamd en schaamrood,
want zij, die mijn onheil zochten, daarvan zijn zeer velen dood.

Dankt, dankt nu allen God !

Bewerkt door Joop Gilhuis