Gods strafgericht over lasteraars.
Psalm 64
Van David,
Voor de koorleider. Gods strafgericht over lasteraars.
Luister naar mijn stem en klacht o God, bescherm toch mijn leven,
alle verschrikkingen van mijn vijanden, doen mij beven.,
De bedrijvers van ongerechtigheid hoor ik snoeven.
bewaar mij voor slecht besluit van deze zware boeven
Zij slijpen hun tongen gelijk een zwaard, vlijmscherp gewet,
bittere woorden hebben zij als pijlen klaar gezet
Zij schieten in het geniep op de onschuldige, heel vuil,
en doodden plotseling zonder te ontzien,likkend hun muil
Zij beramen een doortrapt plan, zij willen strikken leggen,
en stiekem zeggen:”wie ziet ze liggen, net naast de heggen?”
Ze zinnen op kwade zaken en zeggen tegen elkaar;
‘Ons plan is vernuftig, erg goed doordacht en ook zonneklaar.
Ja elk binnenste van hen is ondoorgrondelijk hard
God treft hen plotseling met Zijn pijl en brengt allen smart.
Nu zijn daar hun wonden, zij struikelen over hun tong,
al wie naar hen ziet schud het hoofd, om deze dodensprong.
Dan eren alle mensen God en verkondigen Zijn daad,
en zij slaan acht op Zijn werken die Hij deed, met groot mandaat.
De rechtvaardige zal zich in de Heer verheugen,
zij schuilen bij Hem, en genieten met volle teugen.
Alle oprechten van hart, zij zullen zich beroemen,
op de Heer onze God en Hem hun redder noemen.
Bewerkt door Joop Gilhuis
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 16-05-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Gods strafgericht over lasteraars.’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.