Gebed om overwinning.

Joop Gilhuis

Psalm 60. Van David, voor de koorleider.
Op de wijze van:De lelie der getuigenis.
Een kleinood, tot lering;toen hij de Arameeërs van Mesopotamië
en de Arameeërs van Soba had bestreden,en Joab op de terugtocht
de Edomieten in het Zoutdal had verslagen, twaalfduizend man.

Gebed om overwinning.

O God, U heeft ons verstoten, U heeft ons verbroken,
U was heel erg kwaad, maar U heeft ons toch nagedoken.
U heeft het land doen beven en barsten, genees haar scheuren,
want het wankelt en zwabbert, heelt U toch opnieuw haar deuren.

U heeft Uw volk harde dingen doen zien, omdat zij dwaalden,
U heeft ons als door drank bedwelmd gestraft omdat wij faalden.
U gaf wel kracht, aan die U eert, U droeg hen op vleugelen,
zij groepten als boogschutters bijeen zonder te sneuvelen.

Nu zijn dan Uw geliefden toegerust tot strijden toe,
geef overwinning door Uw rechterhand, met harde roe.
God heeft gesproken in Zijn heiligdom, ik wil roemen,
ik wil het dal van Sukkot meten, Sichem hernoemen.

Mij behoort Gilead en mij behoort ook Manasse,
Efraïm is bescherming voor mijn hoofd, wat een klasse.
Juda is zeker mijn heersersstaf en Moab is mijn lavet,
op Edom werp ik mijn schoen, Filistea berg ik onder bed.

Wie zal mij naar de versterkte vesting brengen, bent U het niet,
die naar Edom zal leiden, U, die nu omziet naar het verdriet?
Bent U het niet, die ons verstoten had, maar nu gaat helpen,
U zult nu uittrekken met ons, om hun aanval te stelpen?

Mensenhulp is ijdel tegen de vijand,U biedt nu Uw kracht,
met U zullen wij kloeke daden doen en vertreden hun macht.

Bewerkt door Joop Gilhuis.