Bij God rustig in gevaren.

Joop Gilhuis

Psalm 57.

Van David, voor de koorleider
Op de wijze van:‘Verderf niet.’
Voor de koorleider.
Een kleinood, toen hij voor Saul in de spelonk vluchtte..
Bij God rustig in gevaren.

Wees mij genadig, o God, wees mij genadig, Heer,
want bij U schuilt mijn ziel in beschutting, telkens weer.
Ja, in de schaduw van Uw vleugelen zal ik schuilen,
tot het gevaar over is; en bij U uit kan huilen.

Ik roep tot God, de allerhoogste, tot God, die volbrengt,
Hij verlost vanuit de hemel, Hij is het, die ze krenkt.
God maakt ze compleet te schande, die mij willen vertrappen,
ze slaan voor Hem op de vlucht, zodat zij naar adem happen.

God zal Zijn welwillende genadigheid en waarheid zenden,
ik lig te midden van leeuwen en vlammen spuwende benden.
Mensen die van hun tanden speren en pijlen maken,
hun tong een scherp zwaard waarmee ze vuile leuzen slaken.

Verhef U boven de Hemel, o God, van deze aarde,
Uw Heerlijkheid op aarde is bekend; van hoge waarde.
Zij spanden een net voor mijn schreden, bogen mijn ziel terneer,
zij groeven een kuil voor mij maar vielen toen zelf in de smeer.

Mijn hart is voldaan, o God, mijn hart is geheel gerust,
ik wil psalmzingen omdat de vijand mijn voeten kust.
Waak op mijn ziel, waak op, harpen, citers en luiten, ga spelen,
ik wil het morgenrood wekken, allen in mijn blijdschap delen.

ik zal U loven, o Heer, onder de volken Uw Naam prijzen,
ik zal U psalmzingen onder de natiën, U eer bewijzen.
Want hemelhoog is Uw welwillendheid tot aan de wolken,
Uw trouw verheft U boven de hemelen en alle volken.

Bewerkt door Joop Gilhuis.