Verlangen om God te dienen.

Joop Gilhuis

Psalm 42Leerdicht van de Korachieten. Verlangen om God te dienen.

Gelijk een hinde hijgt en naar de waterbeken smacht,
zo smacht mijn ziel naar U, o God, in al Uw gloriepracht.
Mijn ziel die dorst naar U mijn God, naar de levende Heer,
wanneer zal ik komen, Hem zien en buigen voor Hem neer.

Mijn tranenvloed is bij dag en nacht mijn eten en drank,
omdat men de hele dag zegt:"Uw God gaat zeker mank."
Hierover wil ik denken en met mijn ziel gaan overleggen,
om dan op te trekken in dichte drom, het hun aan te zeggen.

Ik liep toen voor hen uit in jubelklank en lofgezang,
een feestvierende menigte, God lovend, eeuwig lang.
Wat buigt gij u neder, mijn ziel en bent u onrustig in mij,
ik hoopte op God, mijn Verlosser, Hij maakte mij waarlijk vrij.

Daarom denk ik aan U vanuit het land van de Jordaan,
vanaf de Hermon bergen uit het ‘klein gebergte,’ ontstaan.
De draaikolk roept een draaikolk op tot bruisende stromen,
uw zeeën en wilde golven zijn over mij heen gekomen.

Overdag dan zal de Heer Zijn welwillendheid gebieden,
bij nacht zal Zijn lied bij mij zijn, geen mens kan dat verbieden.
Het is een gebed tot de God mijns levens en mijn rots,
waarom vergeet U mij en ga ik in het zwart, zo plots?

Een doodsteek is toegebracht door vijandige onderdrukking,
en daardoor honen mij mijn vijanden in valse verrukking.
De ganse dag roepen zij tot mij:‘Waar is nu uw God,’
mijn tegenstanders lopen te hoop, zijn vol van gespot.

Wat buigt U u neder, mijn ziel, wat ben je onrustig in mij?...
hoop op God, want ik zal Hem toch blijven loven, Hij maakt ook vrij.
Mijn verlosser en mijn God!

Bewerkt door Joop Gilhuis.