Het geluk van anarchisten is onbestendig!

Joop Gilhuis

Psalm 37.
Van David.

Wees niet jaloers op hen die vol van hun leugens zijn
benijd hen niet die onrecht plegen, want dat doet pijn.
Zij verdorren snel als gras onder de hete zon;
zij verwelken als het groene kruid en groeien krom.
Vertrouw toch op de Heer en doe zelf steeds weer goed,
woon in het land en geef uw trouw in overvloed.
Breng uw lasten bij Hem, Hij zorgt voor Zijn mensen.
wees blij in de Heer, dan geeft Hij u, uw wensen.

Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht,
uw recht als de middag als U niet voor leugens zwicht.
Wees stil voor de Heer en verwacht daarover Zijn Heil,
u zult niet afgunstig zijn op voorspoed zonder peil.
Val niet op mensen die barre plannen smeden om te wreken,
laat hun grimmigheid varen, ook die met onbeheerstheid spreken.
Wordt niet afgunstig, dat sticht alleen maar louter kwaad,
boosdoeners worden gedood, verdwijnen van de straat.

Zij die de Heer verwachten, zullen al het land beërven,
nog even en dan gaat de vijandige heiden sterven.
Als je nu goed let op hun plaats, dan is die er niet meer,
de kleine man is blij, zij erven land in alle eer.
De heiden knarst zijn tanden en smeedt boze plannen,
om de rechtvaardigen met haar vergif te vangen.
De Heer die lacht hen uit en ziet hun dag al komen,
Hij laat hen vallen voor Zijn kinderen die dromen.

Van God los, spannen nu hun bogen, trekken hun wapen,
om ellendige armen, en zwakken neer te japen.
Boog en zwaard verbroken, het zal tegen hen getuigen,
het doordringt hun eigen hart, zij zullen voor Hem buigen.
Beter is het weinige van een recht en eerlijk mens,
dan rijkdom van anarchisten, etende zonder grens.
God zal van anarchisten de armen breken,
de goeden geeft Hij steun, hen zal niets ontbreken

Onze God, Hij kent al de dagen van Zijn kinderen
hun erfdeel is eeuwig, niets kan hun droom verhinderen
In boze tijden zullen zij zich dan lachend bevrijden,
in de hongertijd zal men hun verzadiging benijden.
Zij kijken naar Hem, die de vijand ten gronde richt,
die hen als de tooi van het veld, verdroogt in het hemellicht.
Hoe mooi het veld is aangekleed en prachtig ligt te wezen,
het kan ook gaan branden, godlos kan dan zijn einde vrezen.

Die God niet kent die leent, en geeft het nooit meer terug,
die recht door zee gaat, leent ook, maar doet zijn storting vlug.
Een werkelijk gezegend mens, beërft het land des Heren,
maar de vervloekten zullen schreeuwend in het vuur verteren.
God de Heer bevestigd nu de schreden van de man,
Hij heeft vreugde aan die houding, een die alles kan.
Wanneer hij valt, stort hij niet neer, want Hij steunt zijn hand,
zo zorgt God zelf steeds voor hem, tot in het Heilig land.

Jong ben ik geweest en ik ben ook erg oud geworden,
rechtvaardigen zag ik nooit verlaten of verworden.
Ook zijn nageslacht behoefde zelfs nooit brood te zoeken,
hij leende uit, keek naar de zwakken in alle hoeken.
Zijn nageslacht is altijd ten zegen voor een ander,
hij doet altijd het goede en is nooit een omstander.
Zo zult U dan wonen in ruste voor alle tijden,
de Heer bemint het recht en zal Zijn gezin verblijden.

Hij bewaart hen voor immer, maar het kroost der verdoemden,
wordt uitgedelgd, zij horen niet meer bij de genoemden.
De rechtvaardigen beërven dan het beloofde land,
en zij wonen daar voor immer, oneindig is hun strand.
De rechtvaardige van mond die van wijsheid gewaagt,
is eerlijk en spreekt recht, dat de onschuldige schraagt.
De wet van God in het hart, zijn tred onwankelbaar,
hij houd de ogen gericht op zijn bemiddelaar.

Maar de anarchisten loeren op die rechtvaardigheid,
en zoeken hem steeds te doden met valse woordenstrijd.
Doch de Heer onze God geeft hem niet over in hun hand,
Hij laat zeker niet toe dat hij veroordeeld wordt of strandt.
Komt hij toch nog voor het gerecht, wacht dan op de Heer,
want die Zijn weg bewandelt, beschermt Hij dan met eer.
Hij zal u verhogen en u zult het land beërven,
met vreugde zult u zien, dat de anarchisten sterven.

Ik zag daar een geweldenaar, een goddeloze gek,
het leek een ruige woekerplant op de verkeerde plek.
Hij ging maar door en door en ineens was hij er niet meer,
ik zocht nog wel naar hem, hij ging totaal niet meer tekeer.
Zie op de oprechten en sla acht op hun kinderen
een man van vrede heeft nakroost, niets zal hem hinderen.
Het nakroost der heidenen wordt geplet, verzwolgen,
de overtreders worden dan met hen bedolven,

Echter het heil der rechtvaardigen is van de Heer,
hun helper in de benauwdheid is Hij keer op keer.
De Heer die helpt en doet hen steeds weer ontkomen,
Hij zet hen vrij van zondaars, verlost de vromen.
Zij schuilen bij Hem, hun herder en Vorst des hemels,
Hij geeft hen hun huizen, met beschuttende gevels.
Dank U wel Heer voor deze geweldige mooie psalm,
een zegen voor Uw kinderen, rustend onder hun palm.

Bewerkt door Joop Gilhuis

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 14-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Het geluk van anarchisten is onbestendig!’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.