Veilig in Gods hoede.

Joop Gilhuis

Psalm 27.
Van David. Veilig in Gods hoede.

De Heer, dat is mijn licht en het grote heil voor mij,
voor wie zou ik vrezen? Door Hem ben ik altijd blij.
De Heer is de sterke vesting van mijn leven,
voor wie moet ik bang zijn of zelfs maar te beven!?

Toen de vijand aankwam om mijn vlees te eten,
zijn zij gevallen, dat hebben zij geweten.
Mijn hart vreest niet, ook al valt het leger mij aan,
ik blijf op Hem vertrouwen, ik zal blijven staan.

Eén ding heb ik van U begeerd, dit is wat ik zoek,
te zijn in Uw heerlijk huis, lovend uit Het boek.
Uw lieflijkheid steeds te mogen zien en voelen,
in Uw tempel door Uw zegen te omspoelen.


Als de dagen moeilijk zijn, bergt Hij mij in Zijn hut,
door Zijn grote liefde wordt ik in Zijn tent beschut.
Hij hief mijn hoofd omhoog en plaatste mij op een rots,
Ik kijk over de vijand heen, met gepaste trots.

Daarom zal ik met vreugde mijn offers heffen,
Hem met ontroering en psalmgezang verheffen.
Hoor, Heer hoe ik tot U roep, schenk mij Uw vergeving,
Heer, praat met mij, dan is dat voor mij een beleving.

Uw stem spreekt in mijn hart:"Zoek toch Mijn aangezicht,"
hier ben ik Heer, verberg toch niet Uw grote licht.
Wijs toch Uw knecht niet af in toorn, U bent mijn hulp,
o God van mijn heil, help, ik kom nu uit mijn schulp.

U neemt mij aan, al hebben ouders mij verlaten,
door Uw lessen, behoef ik dat niet te bepraten.
Onderwijs mij toch en leer mij Uw weg o, Heer,
geef een effen pad,sla belagers meteen terneer.

Laat de lust van mijn vijanden niet overtreffen,
een vals getuige wil zich tegen mij verheffen.
Met geweld blaast hij zich op en wil mij pletten,
met Uw hulp zult U mijn voeten op hem zetten.

Zo ik niet had geloofd dat ik het goede van God zou zien
dan was ik vergaan, in smart maar Hij gaf krachten bovendien.
Wacht op de Heer in het land der levenden, wees sterk,
wacht op de Heer, uw hart zij onversaagd in het werk.

Bewerkt door Joop Gilhuis.