Danklied na de overwinning.

Joop Gilhuis

Psalm 21.
Van David, voor de koorleider.

God, over Uw macht verblijdt zich de Koning,
door Uw Hulp, kan hij terug naar zijn woning.
Door U zijn de overwinningen beklonken,
zijn hartenwensen heeft U hem nu geschonken!

U treedt hem tegemoet met rijke zegen,
en een Kroon van goud uit Uw hand gekregen.
U plaatste die op zijn Koninklijk hoofd,
en gaf hem Uw zegen zoals beloofd!

Wat Hij U vroeg, om te mogen leven,
dat heeft U hem toen ruimschoots gegeven.
Lengte van dagen voor nu en altijd,
zijn eer is aan U en Uw Macht gewijd.

U maakte hem rijk, gaf hem Uw zegen,
U gaf blijdschap, als een milde regen.
De Koning nu, die vertrouwt op zijn Heer,
en door Zijn Grootheid wankelt hij niet meer.

Gods Hand zal al uw vijanden vinden,
hete ovens zullen hen verslinden.
Als U verschijnt in Machtige Glorie,
met Uw Groots vertoon komt de Victorie.

In Zijn Toorn zal Hij de vijand verslinden,
door het vuur verteerd, niemand kan hen vinden.
Hun kroost zal Hij van de aarde verdelgen,
ook de nageslachten met al hun telgen.

Als zij nog onheil over u brengen,
dan zal Ik u behoeden, hen verzengen.
Zij vermogen niets, al maken zij plannen,
met Uw pijlen zult U hen verbannen.

Verhef U o Heer, in al Uw Grote Krachten,
wij zingen in psalmen daar wij U verwachten.
Wij bezingen Uw Wonderbare Macht,
zingend, vol liefde en met grote kracht.

Bewerkt door Joop Gilhuis