Boetepsalm
Psalm 6. Van David.
Het is toch niet Uw Grimmigheid of Toorn,
die voelt als een kastijding in de storm?
Wees Genadig Heer in die zware tijd,
ik verzwak, ze zoeken mij in hun nijd.
Mijn ziel doet pijn, door deze grote schrik,
hoelang nu nog o Heer, want wie ben ik?
De vijand wil wraak, wenst mij een zwaar gelag,
kan ik U loven, onder een groene plag?
Ik ben moe geworden van mijn klagen,
haast elke nacht ziek door onbehagen!
Mijn ogen, dof van angst en narigheid
verzwakt door dreigingen en vuiligheid.
Bevrijdt mij van hen, die mij benauwen,
laat daders van onrecht zich berouwen!
De Heer heeft mijn droeve huilen gehoord,
mijn gebeden, zij zijn door Hem verhoord!
De Heer neemt al mijn gebeden aan,
de vijand zal beschamend voor Hem staan!
Door Zijn Heiligheid verschrikt, verstoten,
deinzen zij weg voor Zijn gunstgenoten!
Grote God Immanuël,
U bent Heilig, dank U wel!
Bewerkt door Joop Gilhuis
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 10-05-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Joop Gilhuis (Actief sinds: 09-12-2016)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Boetepsalm’ van Joop Gilhuis zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.