Nummer 6
Ik sta moederziel alleen in een sneeuw overdekte leegte, de armen gestrekt. Ik hang aan het kruis, hier kan niets leven.
Het blad is de bomen ontnomen, de struiken aan beide zijden
zwijgen , het hoofd lijkt gebogen. De oogleden zijn gesloten
de lach van het gezicht genomen.
Alle kleur is verdwenen, ik draag de bontjas en hoge hoed.
De zon is nooit meer opgekomen, grijs en grauw zijn de bontste
van alle geuren. Plankenkoorts is ons allen wel eens overkomen.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 15-10-2021
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Rudyard (Actief sinds: 14-10-2021)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Nummer 6’ van Rudyard zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.