In mij woonden goden
Ik denk dat er diep in mij
een prachtig paleis bestaat
waar goden bepalen hoe
mijn leven verlopen moet
Ze willen bevrediging
zijn een en al onrust en
met velen, onhandelbaar
doen ze wat ze altijd doen
Mijn zinnen verwennen ze
genoeg of juist niet genoeg
want steeds weer verlang ik meer
Toe, nog een keer, nog een keer
Zo moe word ik van die drang
Ik wil er van af
en denk er over na hoe
ik dat zou kunnen bereiken
maar het lijkt wel vanzelf te gaan
...Een meisje sloop binnen
...in mijn hoofd of het woonde daar
...misschien al van jongsafaan
...Ze liep alle trappen af
...en stak in de kelder waar
...de goden verblijven, met
...een aansteker en geduld
...de onderste trede aan
Nu rent ze omhoog, snel snel
Ze vlucht voor het vuur uit
redt het vege lijf, redt ook mij
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 21-04-2021
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Zywa (Actief sinds: 25-04-2018)
Informatie bij het gedicht
Bundel 'WoefWoef'
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘In mij woonden goden’ van Zywa zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.