«»
Diep is de pijn en het verdriet
Het gemis van het kennen.
Het nooit zullen weten.
Geboren in een joodse schoot.
Geworpen in een vreemd nest.
Wie zal háár kennen,
herkennen…erkennen?
De onmetelijk diepe hunkering.
Onverzadigbaar is haar zoeken
naar de schoot waaruit zij geboren is.
Het nest waarin ze thuis komt,
wie zal haar omarmen?!
Diep is de pijn en het verdriet.
Het gemis van het kennen.
Het nooit zullen weten.
Geboren in een joodse schoot.
Een plaats zonder identiteit.
Wie zal mij kennen…erkennen?
De onmetelijk diepe hunkering.
Onverzadigbaar is mijn zoeken
naar bestaansrecht in de rij van
een weggevaagde generatie.
Hoe mag ik het leven doorgeven,
de volgende generatie een thuis geven, een veilig
nest, waarin zij thuis kunnen komen?
Â
Diep was de pijn en het verdriet
van mijn grootouders,
maar des te groter hun moed.
Wetende dat zij
van lijf en ziel
zouden worden beroofd,
openden zij voor háár
na de moederschoot
de deur naar het vreemde nest,
naar het zoeken en het gemis,
naar het leven dat zou worden doorgegeven
aan de volgende generatie,
hunkerend, hopend dat iemand
haar zou omarmen.
Ongekend speciaal
deel te mogen zijn van een verhaal
dat mij de vrijheid, de toestemming,
de liefde geeft om
het zo kostbare leven
door te mogen geven
en innig te omarmen.
WIE ZAL HAAR KENNEN?
WIE ZAL HAAR KENNEN?Diep is de pijn en het verdriet
Het gemis van het kennen.
Het nooit zullen weten.
Geboren in een joodse schoot.
Geworpen in een vreemd nest.
Wie zal háár kennen,
herkennen…erkennen?
De onmetelijk diepe hunkering.
Onverzadigbaar is haar zoeken
naar de schoot waaruit zij geboren is.
Het nest waarin ze thuis komt,
wie zal haar omarmen?!
Diep is de pijn en het verdriet.
Het gemis van het kennen.
Het nooit zullen weten.
Geboren in een joodse schoot.
Een plaats zonder identiteit.
Wie zal mij kennen…erkennen?
De onmetelijk diepe hunkering.
Onverzadigbaar is mijn zoeken
naar bestaansrecht in de rij van
een weggevaagde generatie.
Hoe mag ik het leven doorgeven,
de volgende generatie een thuis geven, een veilig
nest, waarin zij thuis kunnen komen?
Â
Diep was de pijn en het verdriet
van mijn grootouders,
maar des te groter hun moed.
Wetende dat zij
van lijf en ziel
zouden worden beroofd,
openden zij voor háár
na de moederschoot
de deur naar het vreemde nest,
naar het zoeken en het gemis,
naar het leven dat zou worden doorgegeven
aan de volgende generatie,
hunkerend, hopend dat iemand
haar zou omarmen.
Ongekend speciaal
deel te mogen zijn van een verhaal
dat mij de vrijheid, de toestemming,
de liefde geeft om
het zo kostbare leven
door te mogen geven
en innig te omarmen.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 18-07-2017
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Chayah LefActief sinds: 17-07-2017 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘WIE ZAL HAAR KENNEN?’ van Chayah Lef zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.
Meer gedichten in de rubriek: Oorlog
Nieuwste gedichten
- Omdat het nodig was
- [ Er zit een gat in ]
- De appel en de fles melk in Gaza
- [ Rustig zijn ]
- nooit weer gebeurt weer
- [ Dictators stichten ]