De visser
Verborgen aan de waterkant,
Omringd door ’t wuivend riet,
Staarde d'eenzame visser
Naar zijn rood-witte dobber,
Wijl alle schoons zag hij niet.
Wolken dreven hem voorbij,
Op d’golfjes dobberde ’n fuut,
Met op diens rug ’t jonge grut,
Zon schitterde op de golfjes,
Maar de visser zag het niet.
Allengs donkerde het zwerk,
Het groene water kleurde zwart,
Bliksem en donder rondom,
De visser, de visser merkte ’t niet.
Toen plots de dobber onder dook,
De hengelpunt heel diep boog,
Schrok de visser uit z’n droom,
’n spartlende brasem aan de sim.
Over dit gedicht
Geplaatst op: 01-02-2025
Over deze dichter
Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)
© Op dit gedicht 'De visser' van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.