EFTELINGBULT

Han Messie

In de sierlijke vijver draagt een eiland
op zijn hoge rug loof- en naaldbomen,
die uit verre oorden der wereld komen,
hier spreken van hechte, broederlijke band.

Een dichte kring hoge struiken omrandt
beschermend de nesten, waar eenden dromen
van nageslacht. Blije waterstromen
dalen zingend, trapsgewijs langs een rotswand.

Dit luchtige, kleine rijk geeft wenken
aan mensen in bootjes om stil te kijken
naar diens pracht, maar betreden zou het krenken.

Toch mag een enkeling er neer strijken,
over 's wildernis' welzijn nadenken,
het met houthakkersklanken verrijken.