«»
In mijn laboratorium ontstaan
Een uitbreiding van de biodiversiteit
Elk dier heeft nu een eigen naam
De kachel-aap:
Hij zit er warmpjes bij, hij loopt op sloffen
Soms komt er stoom uit zijn oren
Dan lijkt hij uit elkaar te ploffen
Maar alles functioneert naar behoren
De ketel-muis:
Je vindt deze muis vaak in de keuken
Daar snuffelt hij rond en zoekt zijn eten
In pannen maar vooral in ketels
Gladgeschuurde, zonder deuken
Fluister-vink:
Heeft zijn ouderlijk huis vroegtijdig verlaten
Naar vreemden kan hij goed luisteren
Tegen familie weigert hij te praten
Bij opwinding gaat hij zachtjes fluisteren
Water-kangeroe:
Deze heeft zwemvliezen en watertanden
Klimt in elk bad en spettert erop los
Voelt zich thuis op nudistenstranden
Maar ook in een mangrovebos
Goud-ezel:
Hij is gek op alles wat blinkt
Draagt glanzende hoeven en een aureool
En hoe gek het ook klinkt
Hij is muzikaal en speelt viool
Sluik-varken:
Hij wentelt zich graag in jonge spruiten
Alles stiekem en in het geniep
Overdag komt hij niet buiten
Dan heeft hij de zogenaamde-griep
Lucht-schaap:
Ook al vliegt zij boven de daken
Ze lijkt op een wolk maar is het niet
Zo weet zij een luchtige snaar te raken
Als je haar schuchtere capriolen ziet
Klooster-mus:
Deze soort is religieus van aard
Bidt hoog boven de huizen
Duikt naar beneden met een vaart
Nestelt het liefst op kerkhofkruisen
Stoppel-paard:
Heeft overal haar, maar kan er niet tegen
Wat anderen ook beweren
Zo’n vacht is eigenlijk een zegen
Laat zich echter wekelijks scheren
Biodiversiteit
Er zijn weer nieuwe soortenIn mijn laboratorium ontstaan
Een uitbreiding van de biodiversiteit
Elk dier heeft nu een eigen naam
De kachel-aap:
Hij zit er warmpjes bij, hij loopt op sloffen
Soms komt er stoom uit zijn oren
Dan lijkt hij uit elkaar te ploffen
Maar alles functioneert naar behoren
De ketel-muis:
Je vindt deze muis vaak in de keuken
Daar snuffelt hij rond en zoekt zijn eten
In pannen maar vooral in ketels
Gladgeschuurde, zonder deuken
Fluister-vink:
Heeft zijn ouderlijk huis vroegtijdig verlaten
Naar vreemden kan hij goed luisteren
Tegen familie weigert hij te praten
Bij opwinding gaat hij zachtjes fluisteren
Water-kangeroe:
Deze heeft zwemvliezen en watertanden
Klimt in elk bad en spettert erop los
Voelt zich thuis op nudistenstranden
Maar ook in een mangrovebos
Goud-ezel:
Hij is gek op alles wat blinkt
Draagt glanzende hoeven en een aureool
En hoe gek het ook klinkt
Hij is muzikaal en speelt viool
Sluik-varken:
Hij wentelt zich graag in jonge spruiten
Alles stiekem en in het geniep
Overdag komt hij niet buiten
Dan heeft hij de zogenaamde-griep
Lucht-schaap:
Ook al vliegt zij boven de daken
Ze lijkt op een wolk maar is het niet
Zo weet zij een luchtige snaar te raken
Als je haar schuchtere capriolen ziet
Klooster-mus:
Deze soort is religieus van aard
Bidt hoog boven de huizen
Duikt naar beneden met een vaart
Nestelt het liefst op kerkhofkruisen
Stoppel-paard:
Heeft overal haar, maar kan er niet tegen
Wat anderen ook beweren
Zo’n vacht is eigenlijk een zegen
Laat zich echter wekelijks scheren
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 12-01-2020
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
ValentijnActief sinds: 28-12-2016 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Biodiversiteit’ van Valentijn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.