Ochtendwake

Marinus van Ellemeet

Als de wereld wakend wakker wordt,
zich stil ontsteekt in al haar kleurenpracht,
Wanneer de natte dauw zich uit schemerende velden zacht,
losmaakt en omhoog reikt boven de met blauw bedekte akker.

Zie ik op naar de hemel getooid in grauworanje vlagen,
en hoor het lied der koekoek door de wouden dragen,
Hoor hem in eigen woorden weemoedig vragen:
"Wereld, waarom wordt gij zo snel wakker?"

De nacht danst nog tussen de zwart afgestoken stammen,
Het eerste zonlicht zoekend naar haar donkere sleep,
Verschijnt, verdwijnt dan tussen de donkere dennen,
Houdt haar dan vergeefs stervend in ontsloten greep.

Wanneer schemering weder van dageraad heeft verloren,
Groet de fazant luidkeels het ochtendgloren,
Fluisterend glijdt het ree langs de houtwal en heft haar kop gestaag,
Verneemt dan de koekoek en zijn vraag.

De wereld verzucht een laatste, diepe rust,
Die pas weerkomt als het zonlicht aan de einder is geblust.
Wanneer dan de dag verdwijnt, verdwijnt het ree tussen de berken, omarmd in schaduwslag,
Tot de avond wederkeert en de wereld slapen mag.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 01-04-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Marinus van Ellemeet (Actief sinds: 30-03-2018)

Informatie bij het gedicht

Geschreven op 10-03-2018 tijdens een reewildtelling

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Ochtendwake’ van Marinus van Ellemeet zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.