ZANDDREEF
Langs de boswachterstuin en woest heideveld,
tot aan wijd boerenland, een klein gehucht?,
ligt de mulle weg onder koele lucht
uit beukenloof, dat zacht naar de grond helt.
Die bomen hebben rijke jaren geteld,
uiten tezamen een vastberaden zucht,
sprekend van wijze, liefdevolle tucht,
staan als wakers, lustig streng opgesteld.
Hun bedaagde stammen, ofschoon vrij laag,
zijn fier, bewust, verheffen zich recht
boven pluimgras met struiken, lichten soms traag:
dofbruine kaarsen, gedrongen en zeer hecht
mogen nooit branden, maar stralen toch vaag:
schaduwgloed vlamt stil, terwijl ze vredig vecht.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 05-02-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)
Informatie bij het gedicht
Een bosweg, met aan weerskanten tamelijk gedrongen beuken, maakt een waardig licht- en schaduwspel. Die bomen zijn net kaarsen, die niet branden, maar toch lichtglans geven van verschillende aard.
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘ZANDDREEF’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.