Concert van de fanfare

Ron Dietvorst


Fier met de trommel op de bips, liep hij gezwind naar het podium, de tamboer,
een heuse paradetrom; niet een djembé want dat timbre resoneerde voor geen moer,

de middagzon verspreidde een warm gouden licht, weelderig als saffraangeel,
een aangename dag voor een muzikale verpozing, bedacht de minstreel,

Hij speurde even naar bekenden van de groep, die zich hadden verzameld bij het standbeeld van Zadkine,
En hij herkende meteen de wulpse rode tweeling Yasmine en Josephine,

Hmm….. lastig, als je je erdoor laat afleiden, peinsde hij bedachtzaam,
goed voor pubers met onnodig teveel aan hormonen en zwellichaam,

zijn aandacht werd afgeleid, en hij kon zo de heerlijke geur al smaken,
van versgebakken … oh, natuurlijk, hij hoorde het hier al kraken,

een adspirant lid zat op het gemak op een hoek van het drumpodium,
waar hij onderwijl prutste aan het kwartventiel van zijn nieuwe eufonium,

misprijzend en laatdunkend bezag hij de fnuikende escapades van de fagot,
vóór het concert reeds, had hij zich weer eens overgelaten aan de genoegens van de bierpot,

ze brachten vandaag een complexe Boheemse aria, in die altijd lastige driekwartsmaat,
en iedereen was er: de vrouwenbond, notabelen, en tot overmaat de voltallige dorpsraad,

de dirigent tikte nerveus in gedachten al de maat met zijn baton,
neuriënd de passages parafraserend, van de bombardon in dit chanson,

de tamboer bestudeerde aandachtig de omgeving, terwijl twee piccolo’s en een hobo zich neerzetten,
en de saxen in bes en es, met een zachte lap het koper opblonken, en hun aangezicht betten,

met gefronst voorhoofd liep daar met zijn korzelige houding de tambour-maître,
gemelijk gestemd, want voor de poespas en zijn show was bij dit concert hier geen raison-d’être,

de koorleider intussen leidde de zangers naar hun plaatsen, en die rare snoeshaan,
posteerde daarbij zonder omwegen de alt tussen de bariton en de mezzosopraan,

de kleine trom en de pauk waren achter het podium aan het ginnegappen over het klokkenspel,
de klarinet was dit niet ontgaan, en hij maande het koppel stante pede tot normherstel,

doorheen het geroezemoes hoorde hij achter zich wat getjingel en getjangel,
het was die blonde vamp, die zoete tonen wilde ontlokken aan een triangel,

stil, en in diepe gedachte oefende de tamboer zijn partij en bestudeerde zijn partituur,
maar… alle donders, wat was dit nu weer voor een farce van het clubbestuur?

men had voor de zoveelste maal zijn naam foutief gespeld, potjandorie en nondeju,
hij was immers de trotse tamboer René, niet meer of minder, maar wel mét accent aigu.


Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 21-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Ron Dietvorst (Actief sinds: 18-05-2018)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Concert van de fanfare’ van Ron Dietvorst zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.